Een (droge) tunnel is normaliter een geïsoleerd systeem dat juist niet is aangesloten op de riolering. Onder de tunnelbak zit dan een groot reservoir voor waterberging en een pomp om dat systeem te ledigen. De wegen die naar de tunnel toe lopen dienen te zijn voorzien van een soort drempel om die tunnelbak zo min mogelijk te belasten met water uit de omgeving.
De keuze van de dimensies van dat waterreservoir en die pompcapaciteit zijn eenvoudig te controleren/evalueren met een speciale rekentegel in de RainTools software, zowel met extreme buien als met neerslagreeksen om een faalfrequentie te bepalen.
Bij een tunnel die onverwacht onderloopt bij een hevige bui kunnen een aantal zaken spelen, mogelijk een combinatie daarvan:
- de tunnel is niet losgekoppeld van het gemeentelijke rioolstelsel
- de pomp werkt niet optimaal door verstopping van de aanzuigleiding
- de combinatie van pompcapaciteit en berging in de gemaalkelder heeft onvoldoende capaciteit, is niet berekend op een extreme bui of is niet berekend op aanstroming van regenwater uit de omgeving, niet alleen van verhard maar ook van onverhard oppervlak